Korte of lange wapens worden toegewezen aan een depot en een bevoegd persoon. Na een geslaagde identificatie, bijv. via vingerafdruk of ID-badge, gaat het depot automatisch open. De werknemer verwijdert het wapen en een magazijn dat apart is opgeborgen. Aan het eind van de dienst worden het wapen en een magazijn teruggebracht naar het toegewezen compartiment. Eventueel kan het wapen worden voorzien van een RFID-tag, waardoor het systeem aanvullend kan herkennen of het juiste wapen zich in het compartiment bevindt of niet.
Dit zorgt ervoor dat het wapen goed en veilig wordt opgeborgen. Alleen bevoegde personen hebben toegang, en het elektronische logboek is het bewijs van wie het wapen heeft meegenomen en wanneer.
Persoonlijke noodoproepsystemen zijn noodzakelijke communicatiemiddelen en moeten te allen tijde operationeel zijn. Gebrek aan operabiliteit, veroorzaakt door onjuiste behandeling, belemmert het vlotte verloop van het werk en brengt de veiligheid van het personeel in gevaar. Daarom worden ze in een oplaadstation in het compartiment bewaard om de batterij op te laden – zo zijn ze altijd functioneel.
In sommige inrichtingen is het ook belangrijk te voorkomen dat werknemers het wapen en de celsleutels meenemen. Daarom voert het toegangscontrolesysteem een kruiscontrole uit met de inhoud van het overdrachtsdepot wanneer de werknemer het terrein verlaat. Pas als alle voorwerpen naar behoren in het depot zijn gedeponeerd, mag de werknemer het terrein verlaten.